Er zijn veel soorten vriendelijkheid, zoals anderen meelevend behandelen, anderen onzelfzuchtig dienen of de mensen om je heen empathie betonen. Vriendelijke daden kunnen de mentale gezondheid en het emotioneel welzijn van zowel de gever als de ontvanger ten goede komen, en ze kunnen tot andere vriendelijke daden aanzetten.
Als je een positieve instelling hebt, kun je elke dag daden van vriendelijkheid om je heen zien! Vriendelijkheid kan bestaan uit iemand helpen met boodschappen dragen, een lief briefje voor iemand achterlaten of een vriend een lift aanbieden. Het komt ook naar voren uit de zieken verzorgen of iemand in een moeilijke tijd troosten.
Er schuilt kracht in vriendelijkheid! In deze kersttijd willen we mensen over de hele wereld uitnodigen om vriendelijk te zijn. FamilySearch-gebruikers hebben welwillend verhalen over vriendelijkheid van mensen in hun eigen familiestamboom ingezonden om deze uitnodiging kracht bij te zetten.
De vrijgevigheid van een dokter
Mijn grootvader, Thomas Brigham Smith, was bevriend met dr. Openshaw toen hij in Santaquin woonde. Mijn grootvader was timmerman en deed wat werk aan het huis en de praktijk van dr. Openshaw. Toen mijn tante Wilma Deane werd geboren, bouwde mijn grootvader een operatietafel voor de dokter om voor de hulp bij de bevalling te betalen.
Tijdens de Grote Depressie raakte mijn grootvader zijn boerderij kwijt en had hij moeite om zijn jonge gezin te onderhouden. Uiteindelijk lukte het om een klein perceel in de stad te kopen. Hij verhuisde met zijn gezin naar een tent op dat perceel en legde vervolgens een moestuin en een boomgaard aan. Hij maakte plannen om een souterrainwoning te bouwen, maar toen de zomer ten einde liep, maakte hij zich zorgen over wat zijn vrouw en kinderen moesten doen als het koud werd.
Op een dag kwam dr. Openshaw naar hem toe en zei: ‘Thomas, zowat iedereen in deze stad is me geld schuldig. Als je klaar bent om je souterrain te graven en het cement te storten, laat het me dan weten, dan zal ik ervoor zorgen dat je de hulp krijgt die je nodig hebt.’
Op de afgesproken dag kwam een groot aantal mannen werken om hun schulden aan dr. Openshaw af te lossen, en was het werk in een mum van tijd klaar. Dankzij dr. Openshaw had mijn grootvader die winter een knusse woning voor zijn gezin.
Warm opgediende liefde
Mijn ouderlijk huis roept veel herinneringen op aan onverwachte gasten op vrijwel elke dag van de week. Dit kwam vooral door het befaamde gastvrije karakter van mijn moeder, Anna Jean Michelli. Mama was de belichaming van vriendelijkheid. Ze was een meesterlijke verteller, gastvrouw en kok.
Ze uitte haar liefde door middel van eten, de keuken was haar podium en haar warme, uitnodigende persoonlijkheid was haar geheime ingrediënt. Welke avond of dag van de week het ook was, ze vond het nooit erg om onaangekondigde gasten te ontvangen. Ze leek de visite intuïtief te verwachten. Ze kookte altijd voor twee of drie keer zoveel mensen als ons gezin telde, wat algemeen bekend werd onder familie, vrienden en vrienden van vrienden van vrienden. Mensen klopten nooit aan voordat ze ons huis binnengingen; ze wisten gewoon dat de deur altijd open stond en dat ze altijd welkom waren.
Mama ging zelden zitten om te praten. In plaats daarvan praatte ze terwijl ze in haar schort door de keuken liep met haar gasten die rond de extra grote keukenbar en in de overloopruimte van de aangrenzende woonkamer zaten.
Ze was populair bij jong en oud en bij mensen met verschillende overtuigingen. Terwijl mama bezig was een culinaire favoriet van de familie op tafel te toveren, vermaakte ze haar gasten met eindeloze grappen en anekdotes, en informeerde ze naar hun welzijn. Waar nodig bood ze bemoedigende steun, geweldige knuffels, liefdevolle glimlachen, genezend gelach, restjes om mee te nemen en de ongetwijfeld voelbare boodschap dat je altijd, ook zonder uitnodiging, welkom was. De deur van haar keuken en haar hart stonden altijd open.
Het vriendelijke voorbeeld van mijn moeder had een grote invloed op mij. Als kind leerde ik dat iedereen belangrijk en welkom was. De tijd die nodig was om een ander van dienst te zijn of een bezoeker te ontvangen – aangekondigd of onaangekondigd – werd nooit als een ongemak gezien. Mama’s onuitgesproken lijfspreuk was: ‘Bereid je voor op onverwachte gasten, luister, help ze in tijden van nood, wees altijd behulpzaam en vergeet niet dat eten de taal is die iedereen spreekt.’
Redding op de vlakten
Op 19 december 1894 trouwden Benjamin Housley en Clarissa Pauline Allen. Hun vaders, George Frederick Housley en Marshall Franklin Allen, werden goede vrienden. Enkele jaren later waren de twee vaders bij Benjamin en Clarissa thuis in Utah.
Ze begonnen herinneringen aan vroeger op te halen en Marshall Allen vertelde over een keer dat hij en enkele andere jonge mannen werden gevraagd om proviand en hulp te leveren aan het handkarrenkonvooi Martin (een groep pioniers die met handkarren door het Midwesten van de Verenigde Staten trok).
Marshall herinnerde zich dat ze de avond voor hun vertrek in gebed neerknielden en tegen God zeiden dat het dwaas was dit te doen; om met zulk weer op weg te gaan, zonder wegen om te volgen. Terwijl hij nog steeds op zijn knieën zat te bidden, voelde hij dat hij moest gaan en dat hij in staat zou zijn om het leven van veel mensen te redden.
Tijdens de lange zoektocht raakte de reddingsploeg ontmoedigd. Omdat ze dachten dat het handkarrenkonvooi op de vlakten verloren was gegaan, wilden velen naar huis terugkeren, maar Marshall niet. ‘Ik zei dat ik door zou gaan tot ik de volgende staat zou bereiken en dat ik ze zou vinden!’
Rond het middaguur vonden ze een groep handkarren en de bijbehorende arme, uitgehongerde mensen. In de veronderstelling dat er verderop misschien nog meer achterblijvers waren, reed Marshall een eindje verder. Plotseling zag hij een donkere vlek tussen enkele rotsen. Toen hij dichterbij kwam, ontdekte hij dat het een jonge man was. Hij sloeg zijn deken om de jonge man en hielp hem op zijn paard.
Op dit punt in het verhaal nam George Housley het woord en zei: ‘Het paard had één wit been, een witte streep op zijn voorhoofd, en was voor de rest pikzwart.’
Marshall zei: ‘Inderdaad.’
‘Het was een felgekleurde geruite deken’, voegde George nog toe.
‘Hoe wist je dat?’ vroeg Marshall.
George reageerde enthousiast: ‘Omdat ik degene was die je daar gevonden had!’ Hij vertelde verder dat hij toen net zijn beste vriend in het handkarrenkonvooi kwijt was geraakt en erg ontmoedigd was. George had alle hoop verloren, totdat hij door de vastberaden jonge Marshall Franklin Allen werd gered.
‘Zonder de gebeden van mijn moeder en het geloof van de heiligen zou ik niet in leven zijn gebleven totdat je me vond, en had ik de vallei nooit bereikt.’ Vriendelijke daden kunnen langdurige gevolgen hebben, zelfs jaren nadat ze hebben plaatsgevonden!
**Waarschuwing: de volgende verhalen gaan over voorouders die anderen na de dood van een familielid hielpen. De mensen die deze verhalen hebben gedeeld, vonden dit inspirerende vriendelijke daden. We begrijpen echter dat sommige lezers liever niet over deze zware onderwerpen lezen. Klik hier om dit gedeelte desgewenst over te slaan.
Een teder vaarwel
Mijn vader had voor een carrière in het uitvaartwezen gekozen. Mensen vroegen hem vaak: ‘Waarom zou iemand begrafenisondernemer willen worden?’ Hij reageerde meestal met een gevatte opmerking in de trant van: ‘Omdat ik me niet laat kisten!’

Zij die mijn vader en zijn zachtaardige, liefdevolle karakter hebben gekend, geloven dat zijn werk zijn levensroeping was. Hij zag het als een voorrecht om families op hun meest kwetsbare momenten van dienst te zijn.
Soms stierf iemand een natuurlijke dood in het bijzijn van de familie. Als dat gebeurde, kwamen de medewerkers van het uitvaartcentrum en plaatsten ze het lichaam van het overleden familielid in de lijkwagen.
De lijkwagen werd dan naar het mortuarium gereden om het lichaam voor de begrafenis klaar te maken. Het was niet ongebruikelijk dat mijn vader midden in de nacht zo’n telefoontje kreeg en van huis ging.
Op een avond moest hij naar vrienden van de familie die hun peuter hadden verloren. Zoals je je wel kunt voorstellen, waren ze volkomen door verdriet overmand. Ze gingen met mijn vader mee naar buiten, de donkere nacht in, om toe te kijken hoe hun dochter werd weggevoerd.
Mijn vader wilde dit gezin troost bieden en plaatste het lichaam van het kind niet alleen in de grote, lege lijkwagen, maar zette haar voorzichtig naast hem op de voorstoel. De moeder van dit gezin was enorm dankbaar voor de kleine vriendelijke daad van mijn vader om haar dochter te eren.
Een zorgzame moeder
Mijn oma, Sally Louise Crane, is moeder van zeven kinderen. Als jonge moeder was ze erg blij met de aanwezigheid van haar eigen moeder, Ruth Amelia May, die van Idaho naar Utah afreisde om haar dochter op alle mogelijke manieren te helpen.
Ze vouwde de was op, bereidde maaltijden en bleef ’s nachts met de baby op zodat Sally wat slaap kon inhalen. De twee gingen zelfs samen winkelen om de outfit uit te zoeken waarin de baby een zegen zou krijgen. Wat mijn oma ook nodig had, haar moeder hielp haar daarmee.

Ruth stopte niet met helpen na het eerste kindje; elke keer dat Sally een baby kreeg, reisde Ruth met de auto naar haar toe om haar met alles te helpen. ‘En ze deed het allemaal zo vrolijk’, zei Sally.
Elke keer dat haar dochter een baby kreeg, gaf Ruth een week lang haar tijd en miste ze evenementen waarbij ze betrokken was, alsof ze op dat moment met geen mogelijkheid iets anders zou kunnen doen. Ze maakte het huis schoon, ze zorgde voor de andere kinderen; ze deed alles.
Bij Sally’s laatste zwangerschap traden er na vijfenhalve maand complicaties op. Uiteindelijk beviel ze te vroeg van haar zevende baby, een doodgeboren kindje. Ruth kreeg het onverwachte nieuws te horen terwijl ze met haar man op vakantie was. Toen Ruth en haar man het telefoontje over de geboorte en dood van de baby kregen, braken ze hun vakantie af en reisden ze naar hun dochter, dit keer om een begrafenis te plannen.
Jaren later volgde Sally het voorbeeld van haar moeder en bezocht ze elk van haar kinderen bij de geboorte van een kleinkind. Ze bood haar kinderen dezelfde steun die Ruth haar gegeven had. Ze vouwde de was op, verzorgde maaltijden en was ’s nachts met elke baby op zodat de jonge moeder kon uitrusten.
Totdat Sally vreugdevol haar eigen kinderen ging helpen, had ze niet beseft wat voor offer Ruth had gebracht om haar te helpen. ‘Ze deed net alsof het niets was. Nu zie ik wat een vriendelijke daad het was.’
Stof tot medeleven
Mijn Zweedse overgrootmoeder, Charlotte Johanson Nielsen, gaf 32 jaar lang leiding aan de plaatselijke afdeling van een hulporganisatie voor vrouwen. Haar man, Rasmus, had een winkel met voedsel en andere waren.
Charlotte, die weinig formele scholing had genoten, werkte in de winkel, waar ze vloeiend Engels leerde spreken, klanten hielp en de boekhouding bijhield. Ze bracht vaak eten uit de winkel naar de zieken en behoeftigen die ze hulp bood.
Charlotte vroeg Elizabeth Jane Russell Day, een andere voorouder van mij, om samen met haar leiding te geven aan de hulporganisatie. Elizabeth en haar man hadden vier kinderen toen het noodlot in 1890 in de vorm van een difterie-epidemie toesloeg.
Binnen twee weken waren drie van de jonge kinderen aan deze ziekte overleden. Charlotte ‘maakte prachtige witte kleertjes voor hen, en er werden kistjes gemaakt die met prachtig kant en linten werden bekleed’. Charlotte toonde de familie Day in een moeilijke tijd oprecht medeleven en vriendelijkheid.
Jouw verhalen over vriendelijkheid
Dankzij FamilySearch Herinneringen kun je gemakkelijk verhalen over vriendelijkheid uit je eigen familiegeschiedenis vinden! Met Herinneringen kun je verhalen lezen, bekijken of beluisteren die andere mensen over een voorouder hebben gemaakt. Je kunt ook zelf verhalen over vriendelijkheid opschrijven door een levend familielid te vragen om voorbeelden van vriendelijkheid uit het verleden op te halen. Je kunt eventueel ook je eigen ervaringen met vriendelijkheid voor jouw nageslacht opschrijven.
Aanverwante artikelen
Bij FamilySearch vinden we het belangrijk dat u verbonden wordt met uw familie. We bieden u gratis leuke ontdekkingsactiviteiten en familiehistorische diensten. Waarom? Omdat we familiebanden koesteren, en geloven dat generaties met elkaar verbinden ons leven nu en voor altijd beter maakt. We zijn een organisatie zonder winstoogmerk van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Klik hier om meer over ons geloof te weten te komen.