Geïndexeerde vermeldingen leiden tot onderzoekswonderen

ResearchMiraclesBlog

Ik heb onlangs ontdekt dat als ik bijzondere ervaringen heb met mijn eigen familiegeschiedenis, ik anderen in mijn ring een krachtig getuigenis van dit werk kan geven. Vorig jaar vond ik in mei twee vermeldingen van de broers van mijn grootvader op twee passagierslijsten uit New York. Ik was al heel lang naar die gegevens op zoek. Die twee broers waren niet lang na hun aankomst in de Verenigde Staten omgekomen bij een ongeluk in een mijn. De oudste broer trouwde, en ik ontdekte dat hij een kindje kreeg dat maar twee maanden leefde. Die geïndexeerde vermeldingen ontketenden een vloedgolf aan familiegegevens. Nu wordt er aan letterlijk honderden familieleden gedacht omdat iemand de tijd nam om die passagierslijsten te indexeren. Door deze vermeldingen was het mogelijk om dit kind aan zijn ouders te laten verzegelen. Wat een vreugde krijg ik daardoor!

Door de kennis die ik had opgedaan door het indexeren, kon ik verder gaan met mijn onderzoek naar deze baby. Begrijpen hoe en waar de gegevens worden bewaard, heeft mij beter in staat gesteld om gegevens van mijn voorouders op te zoeken en te vinden. Door het indexeren heb ik manieren geleerd om te zoeken, hoe ik op een verkeerde spelling moet letten, ongebruikelijke plekken om naar gegevens te zoeken, en hoe ik tijdens mijn onderzoek naar de stille, zachte stem moet luisteren.

MiraclesGrave

Door die ervaringen met mijn eigen familie kan ik andere mensen helpen die naar gegevens van hun eigen familieleden op zoek zijn. De zondagse lessen in familiegeschiedenis zijn allen die ze bijwonen tot zegen. Ik zie dat mensen door familiegeschiedenis hun familie dichter tot het evangelie brengen. We hebben een lid in de klas die weer actief is geworden nadat hij lange tijd niet naar de kerk was geweest. Hij is zijn familiegeschiedenis aan het uitzoeken, en nu hij de influisteringen van de Geest voelt, moedigt hij zijn kinderen aan om ook weer actief te worden. De wijk moedigt ook indexering, onderzoek en tempelwerk voor eigen voorouders aan. Wij hebben ons begrip hiervan kunnen vergroten door elkaar te onderwijzen en deze onderzoekswonderen aan te moedigen. Onze jongeren zien ernaar uit om dopen voor de doden te doen met familienamen van onze wijkleden. De jongeren wordt ook geleerd zelfstandig namen voor de tempel op te zoeken en om anderen daarmee te helpen.

Ik geloof dat wij ons gezin zo beter op de tempel kunnen richten en ons verlangen naar geestelijke ervaringen vergroten, en door familiegeschiedenis krijgen we thuis zulke ervaringen.— Cindy Cheney

Over de auteur