Familiegeschiedenis kan je onverwacht gaan boeien. Menig uitstekend genealoog kan dat beamen. Neem Ari Wilkins, die haar carrière in de interieurarchitectuur begon en daar tien jaar in werkzaam was. En toen overleed haar opa in 1998, die haar familielegendes had verteld. Ze had de verhalen misschien tot dan toe voor lief genomen. Plotseling voelde ze de drang om alles wat hij haar had verteld op te schrijven en de verhalen te bewijzen. Daarmee begon de passie voor het vak. Nu is ze voltijds genealoog en docent.
‘Toen ik verhalen begon op te schrijven en mijn stamboom samen te stellen, volgde ik een hobbycursus genealogie. Ik raakte er gewoon verslaafd aan. Ik dacht, zou het niet cool zijn als ik betaald werd om dit de hele dag door te doen? Vijf jaar later werd ik ontslagen in de architectuurwereld en kreeg ik een baan bij de bibliotheek. Dat was mijn intrede in de beroepsgenealogie. Ik kon er ook mijn voorliefde voor genealogie in kwijt’, legt Ari uit.
Ari groeide op in het zuiden van de VS, waar ze vanwege het bedrijf van haar vader met haar ouderlijk gezin door de jaren heen in verschillende plaatsen kwam te wonen. ‘Mijn vader had verschillende autobedrijven. Hij bezat er vier of vijf jaar lang eentje, maar dan werd hem iets anders aangeboden en verhuisden we weer. Ik hechtte me nooit aan een bepaalde plaats’, zegt ze.
Het gezin verhuisde van North Carolina, waar de familie van haar vader woonde, naar Louisiana toen ze voor het eerst naar de middelbare school ging. Het was gewoon een willekeurige plek die hij koos op een lijst van plaatsen waar hij een autobedrijf kon bezitten, herinnert ze zich. Het betekende toen niet veel voor haar, maar dat veranderde later toen ze meer over de geschiedenis van de familie te weten kwam.
De familie in de verhalen
‘Toen ik onderzoek begon te doen [na de dood van haar opa], besefte ik dat een van mijn tot slaaf gemaakte voorouders, [haar bet-betovergrootvader] voor enige tijd naar Louisiana was getransporteerd. Hij werd gebruikt als onderpand voor een hypotheek. Hij had in dezelfde parochie in Louisiana gewoond waar wij woonden. Terwijl we daar woonden en ik op de middelbare school zat, had ik nooit gedacht dat we echt een band hadden met de plaats in Louisiana waar we woonden. Ik wist dat de voorouders van mijn moeder uit Louisiana kwamen, maar ook uit Georgia en North Carolina, maar ik wist niet dat mijn vader er ook banden mee had’, zegt ze.

Ze kwam erachter dat zijn geschiedenis daar best omvangrijk was, en ze ontwikkelde een gevoel van verbondenheid met het gebied. Op een dag nodigde een plaatselijke genealogische vereniging haar uit om een studiebijeenkomst te leiden in Alexandria (Louisiana, VS). Ze logeerde in een pension op een plek waar haar bet-betovergrootvader als slaaf was gehouden.
Een van de verhalen die Ari vertelde, ging over een voorouder die wat van het goud van Zwartbaard vond toen hij aan het planten was. Ze zei dat het verhaal voor haar het ene oor in en het andere oor uit ging toen hij het vertelde.
‘Toen mijn grootvader overleed, dacht ik dat het verhaal ongeloofwaardig was. Maar ik besloot om meer over die voorouder te weten te komen. Ik vond artikelen in plaatselijke kranten over zijn vondst van goudstaven op zijn land in Beaufort County. Daar had Zwartbaard gewoond. Omdat het zo’n verbazingwekkende en rijke vondst was, kwamen mensen van de U.S. Mint in Washington D.C. die onderzoeken.
‘Dat verhaal was zo vergezocht dat ik dacht: ik kan niet geloven dat het waar is. En toch was het waar’, zegt ze.
Banden met verre familie
Ondanks de verhuizingen van het gezin leerde Ari haar oudooms kennen – haar overgrootvader kwam uit een gezin met tien kinderen. Hij trouwde met het spreekwoordelijke ‘buurmeisje’ dat hij zijn hele leven had gekend, in een klein plaatsje, Roper, in North Carolina. Ze zei dat het leek alsof haar familie aan iedereen in die plaats verwant was.
‘Toen ik daar was, dacht ik telkens als er iemand binnenkwam: we zijn waarschijnlijk familie. Ik wist hun naam, maar ik wist niet hoe we verwant waren. Ik ging er gewoon van uit dat we familie waren’, zegt ze.

Delen wat ze weet
Ari zegt dat anderen in haar familie geïnteresseerd zijn in genealogie, maar niet in de mate waarin zij dat is. ‘Mensen horen graag wat ik heb gevonden, en de verhalen die erbij horen. Ze volgen me graag op Instagram. Ik heb hier een speciale Instagram-account voor. Ik post foto’s en vertel iets over die specifieke familieleden’, zegt ze.
Ari deelt haar deskundigheid vrijelijk. Ze geeft les aan instituten zoals het Texas Institute for Genealogical Research (TIGR), Institute of Genealogy and Historical Research (IGHR), Salt Lake Institute of Genealogy (SLIG) en Genealogy Research Institute of Pittsburgh (GRIP, nu onderdeel van de National Genealogy Society). Ze gaf ook een presentatie op RootsTech in 2017 of 2018, in een van de livestreamsessies, zegt ze. ‘Dat was een ongelooflijke ervaring – om als een echt introverte persoon het podium te betreden en over de hele wereld uitgezonden te worden! Op dat moment besefte ik dat ik de sprong gewoon waagde. Dat was een ongelooflijke ervaring!’
Ze spreekt regelmatig over onderzoek doen naar zuidelijke plantages van vóór de Amerikaanse Burgeroorlog, en over het reconstrueren van gemeenschappen met behulp van Sanborn Maps, volkstellingsgegevens en stadsgidsen. Hoewel dat populaire onderwerpen zijn, kan ze door haar ervaring en opleiding veel andere onderwerpen net zo goed behandelen.

Ze vindt manieren om documenten efficiënt te sorteren en te analyseren. Bij het doen van Afro-Amerikaans onderzoek vond ze het nuttig om de gegevens van de slaven onder haar familieleden te ordenen met behulp van spreadsheets. ‘Het is zo makkelijk of moeilijk als je maar wilt. Dat is wat ik mensen altijd zeg. Als ze een overzicht maken van bijvoorbeeld tien mensen tussen 1840 en 1880, en een tijdlijn opstellen van waar ze waren en wat ze deden, kan dat de zoektocht richting geven. Ik had een document waarin 300 slaven werden genoemd. Ik probeerde ze allemaal op een rijtje te houden. Het werd erg ingewikkeld, maar het hoefde niet zo ingewikkeld te zijn als ik het maakte.’
In één geval moest ze bijvoorbeeld vijf mannen uitzoeken met de naam Ben, vijf vrouwen met de naam Hasty, een oude Cyrus en een jonge Cyrus. Ik stond er versteld van hoeveel namen steeds opnieuw werden gebruikt. Ik had meerdere documenten. Ik moest bijhouden welke namen ik had en in welk document ik ze aantrof.
Bijzondere tips
Ari zegt dat de sleutel tot het vinden van vooroudergegevens nieuwsgierigheid is.
- Volg elke onwaarschijnlijke aanwijzing en denk erover om niet alleen een rechtstreekse afstamming of voorouderdiagram uit te bouwen dat uitsluitend op één persoon is gericht. Wees nieuwsgierig naar veel meer dingen dan hoe ver je terug kunt gaan in het identificeren van je familielijn.
- Organiseer familiefoto’s die belangrijke aanwijzingen over relaties en locaties kunnen bevatten.
- Zoek uit wat je voorouders in hun leven meemaakten. Bij familiegeschiedenis draait het erom wie je voorouders waren en welke moeilijkheden ze ondervonden.
- Heb geduld tijdens je onderzoek. Het kan iets zijn waar je een half jaar aan werkt en dan zou wegleggen, als je dat wilde, maar stug doorzetten kan lonend zijn. ‘Ik doe al meer dan 25 jaar onderzoek en ik ben nog steeds niet klaar. Er zijn altijd verschillende gezichtspunten om je onderzoek aan te pakken. Er is meer uit te zoeken.’ ‘En’, voegt ze eraan toe, ‘je denkt dat je alles al hebt opgezocht, maar dan komt FamilySearch met nieuwe documenten.’
- Let op gegevens om de onderwerpen heen. ‘Ik kwam erachter hoe het weer een voorouder beïnvloedde. Mijn bet-betovergrootvader raakte in 1918 land kwijt tijdens een orkaan in Louisiana. Door onderzoek te doen naar de verhalen van andere mensen over de gebeurtenissen, kwam ik erachter dat het verschrikkelijk was. Mensen beschreven wat ze allemaal verloren hadden, hoe groot de verwoesting was waar ze mee te maken hadden.’
- Gebruik kaarten. Ari gebruikt graag Google Earth en plaatst doorzichtige lagen om er meer informatie op kwijt te kunnen. Bijvoorbeeld:
- Bijhouden van de locatie van huizen en buren door middel van opeenvolgende volkstellingen om te zien hoe dat de buurt verandert en wie er naast iemand woont, kan verhelderend zijn.
- Stadsgidsen zijn ook handig. Je kunt eraan zien hoe buurten van jaar tot jaar veranderen in plaats van per decennium.
- Sanborn Maps gaan terug tot de 19e eeuw. In het begin beeldden ze bedrijventerreinen af. Na verloop van tijd vertoonden ze ook steeds meer woonwijken. Ze kunnen een klein gebied van een grote stad weergeven – misschien vijf of zes straten in elke richting.
Als we nieuwsgierig worden naar het verleden van onze voorouders, krijgen we meer belangstelling voor familiegeschiedenis en een gevoel van verbondenheid met onze voorouders.
Bij FamilySearch vinden we het belangrijk dat u verbonden wordt met uw familie. We bieden u gratis leuke ontdekkingsactiviteiten en familiehistorische diensten. Waarom? Omdat we familiebanden koesteren, en geloven dat generaties met elkaar verbinden ons leven nu en voor altijd beter maakt. We zijn een organisatie zonder winstoogmerk van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Klik hier om meer over ons geloof te weten te komen.